Als verrassing voor de bezoekers van internetcongres Web 2.0 Summit in San
Fransisco betrad Sergey Brin donderdag 22 oktober ineens het podium. In een
interview van 18 minuten gaf een van de twee oprichters van Google een
kijkje in de keuken van het tech-bedrijf.
Twitter
Zo gaf Brin aan Twitter niet te hebben willen kopen. Daarmee ontkende hij
eerdere geruchten dat Google interesse in de microbloggingdienst zou hebben.
Deze ontkenning kwam overigens vlak na het
bericht dat Google het mogelijk maakt om recente berichtjes op Twitter
te gaan doorzoeken. Hierdoor hoopt de zoekreus mee te liften met het succes
van Twitter.
Concurrentie zoekmarkt
Hoewel Google de absolute marktleider is op zoekgebied, is internetzoeken
toch een markt met veel concurrentie, zei Brin. Als voorbeeld noemde hij de
opkomst van Microsofts zoekmachine Bing. Brin gaf in het interview toe ook
Bing te gebruiken.
Brin over zoekmachines: "Er gebeuren allerlei interessante dingen. Ik
vind het dan ook jammer dat Yahoo zich lijkt terug te trekken, zij deden ook
interessante dingen."
Brin doelde hiermee op de
deal tussen Google's concurrenten Microsoft en Yahoo, waarbij Microsoft
de zoektechnologie voor Yahoo gaat verzorgen.
Prijzen webadvertenties hoger
Dat toegenomen aandacht voor bedrijven als Twitter en Facebook ten koste gaat
van Google, gelooft Brin niet. Google kan mensen doorsturen naar welke site
ze maar willen, beredeneerde hij.
Wel meent hij dat nog genoeg te verdienen valt aan advertenties op internet. "Ik
geloof dat internet heel efficiënt is in vergelijking met traditionele
media. Iemand ziet een advertentie en kan direct actie ondernemen. Ik denk
dan ook dat prijzen voor online adverteren omhoog zullen gaan."
Google in hardware?
Wordt het tijd dat Google zelf hardware gaat maken, zoals een eigen
smartphone? Brin gaf er geen duidelijk antwoord op. "Je kan geen
software maken, los van de hardware. Daarom blijven we met verschillende
bedrijven (telefoonmakers, red.), op verschillende niveaus
samenwerken."
Bekijk hier
het filmpje met het hele interview.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl